Keti-Koti
De dag der vrijheden
Op 1 juli vieren wij dit jaar het 150-jarige jubileum van het einde van de slavernij: Keti-Koti, ook wel de Dag der vrijheden. Vaak als het over de slavernij gaat, worden de slaven als passieve slachtoffers afgeschilderd die hun lot maar moesten ondergaan. Niets is minder waar, zowel in de West als in Europa kwamen tegelijkertijd abolitionistische bewegingen op.
De afschaffing van de slavernij is niet zomaar tot stand gekomen, slaven en abolitionisten hebben hun leven op het spel gezet om de systematische onderdrukking te beëindigen waaronder de slavenopstanden van de Marrons, die de onderdrukking ontvluchtten. Het abolitionisme van de Quakers, die zich vreedzaam inzette in het VK en de VS tegen de slavernij, en revolutionairen zoals Tula uit Curaçao, die streden voor vrijheid en dit met hun leven moesten bekopen. Emancipatie is een proces, dat grotendeels plaatsvindt in de hoofden en harten van beide partijen. We mogen vandaag de offers vieren, van degene die hun leven hebben gegeven voor de afschaffing van de slavernij. Dit mogen we doen door te overdenken wat ze hebben gedaan en wat voor leed ze moeten hebben ondergaan, maar ook door ons te laten inspireren door hun daden. Zoals de afschaffing van de slavernij in 1863 niet direct vrijheid bood -de slaven moesten namelijk nog tien jaar doorwerken- zo ging de diep ingesleten sociale verhouding ook niet meteen weg. De vrijgemaakten begonnen met een achterstand, onderaan in de sociale klassenstructuur. Ook nu nog hebben nakomelingen van slaven te maken met structuren ontstaan in de koloniale tijd. Van het kinderopvangtoeslagen schandaal tot de oerwoudgeluiden op voetbaltribunes. Hoe zetten we het proces van bevrijding voort? Laten wij ons inspireren om te strijden tegen onrecht, ook als wij er zelf niet direct verantwoordelijk voor zijn?
De excuses voor de slavernij door onze premier deden aardig wat stof opwaaien. Vragen als; ‘Zijn wij verantwoordelijk voor de daden van onze voorouders? Wat als mijn voorouders niet betrokken waren bij de slavernij en moeten wij de schuld van die kleine regentenklasse uit de gouden eeuw op ons nemen?’ laten zien dat er binnen Nederland discussie heerst over de manier van herinneren. Dat we als samenleving het leed al erkennen is een groot goed. Door de pijnlijke bladzijdes uit onze geschiedenis niet over te slaan, maar te lezen en ervan te leren kunnen we verder kijken en voortgang maken. De minder bekende Arabische slavenhandel, die grootschaliger was en langer heeft geduurd, wordt minder onderkend. Juist daardoor zien we dat slavernij door schulden, oorlog en racisme daar tot op de dag van vandaag nog voorkomt. Dat slavernij verboden is, wil niet zeggen dat het is uitgebannen. De oud-partijleider van de ChristenUnie, Gert-Jan Segers, zet zich met International Justice Mission in tegen hedendaagse slavernij. Vanuit de overtuiging dat wij allemaal geschapen zijn in het evenbeeld van God, mogen wij net als hij de onderdrukten verheffen en onderdrukkers aanspreken op hun gedrag. Laat Keti-Koti een feest zijn waarbij we de vrijheid en emancipatie mogen vieren, maar vooral een feest dat ons aanzet actief te herinneren wat er is gebeurd, en ons in te zetten tegen discriminatie en slavernij, waar dan ook en door wie dan ook. Het abolitionisme is niet afgesloten met een punt, maar laten we het doorzetten na de komma. Dit kan onder andere door er een officiële feestdag van te maken, met verschillende activiteiten op scholen en door het land heen.
Jim Felix, lid van PerspectieF