Een handhavende EU

Handhavende EU midden
IMG-20221027-WA0015.jpg
Door Sietse Mol, Joran Sterrenburg op 16 oktober 2023 om 13:20

Een handhavende EU

‘not in my backyard’

De Europese Unie wordt vaak afgeschilderd als de meest bureaucratische instelling die wij Nederlanders kennen. Een oude schoolmeester die ons telkens op de vingers tikt wanneer we ons best niet doen of huiswerk niet op tijd af hebben. De weerstand en het negatieve sentiment zijn alomtegenwoordig. Radicale partijen in het politieke spectrum gebruiken het als munitie om hun artillerie van EU-scepticisme af te vuren. ‘De bemoeizucht vanuit Brussel over de stikstof draait onze boeren de nek om’ en ‘Zuid-Europa trekt onze portemonnee leeg’. Vluchtige uitspraken die menigeen bekend zijn, maar vaak niet het hele of feitelijke juiste verhaal vertellen. In dit artikel kijken wij naar één van de voorbeelden: de stikstofcrisis. We beargumenteren dat Nederland deze crisis aan zichzelf te wijten heeft; de desbetreffende impasse zelf zal moeten oplossen; en waarom de foutieve argumenten, als het roepen om meer ruimte vanuit de Europese Unie (EU), voor de boeren niet opgaan.

Natuur in slechte staat

Allereerst is het belangrijk te benoemen dat Nederland zeker niet het enige land is dat een slechte situatie voor de natuur heeft gecreëerd. Uit de vijfjaarlijkse rapporten over de Natura 2000-gebieden blijkt dat 81% van de habitatgebieden zich in een slechte staat bevindt. Nederland had in de laatste periode in de gebieden voor ongeveer 90% een ‘zeer tot matig ongunstige staat van instandhouding’. Feit is dat in Nederland de landbouw de grootste aandeelhouder is wat betreft de depositie van stikstof, zo’n 45% (2020). De op een na grootste aandeelhouder is de ‘import’ van stikstof vanuit het buitenland, zo’n 32% (Bron: NRC) Door neerslag en wind wordt stikstof de Nederlandse grenzen binnengevoerd. De Nederlandse export van stikstof is echter vier keer zo groot, waardoor kan worden benadrukt dat Nederland te maken heeft met een stikstofprobleem (Bron: CLO).

Nederland als hoofdverantwoordelijke

Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is sprake geweest van modernisering, schaalvergroting, ruilverkaveling, meer gebruik van kunstmest en een grote mate van automatisering. Dit zorgde onder meer voor minder boerenbedrijven en stimuleerde intensievere veeteelt. De emissie van ammoniak en de depositie ervan in de natuur steeg hierdoor in de jaren ‘80 tot een hoogtepunt. De stikstofuitstoot reduceerde echter in de jaren ‘90 wel door strengere regels omtrent mest en Europese regelgeving zoals de Habitatrichtlijn. Toch is deze daling niet doorgezet en stagneerde deze door bijvoorbeeld de afschaffing van het melkquotum (2015) waardoor de veestapel weer groeide. Hiernaast werd in 2015 het Programma Aanpak Stikstof (PAS) ingevoerd waardoor men stikstof uitstotende activiteiten kan ondernemen aangezien de Provincie en Rijksoverheid maatregelen namen om de natuur te beschermen tegen stikstof. Het Europese Hof van Justitie oordeelde in 2018 dat dit systeem in strijd was met de Europese Habitatrichtlijn. Zoals bekend zette de Raad van State in 2019 ook een streep door het PAS, met alle gevolgen van dien. Stikstof blijkt dus geen ‘Europees’ probleem van de laatste jaren te zijn, maar speelt al decennialang in ons land. Het is nu de hoogste tijd om dit te erkennen en de natuur te herstellen door effectief stikstofbeleid te voeren om zo de dalende trend in de stikstofuitstoot te hervatten.

Ruimte bij invulling richtlijn

Als het gaat om stikstof, gaat het ook al snel om de al eerder genoemde Natura 2000-gebieden. Deze natuurgebieden zijn van Europees belang aangezien ze specifiek aangewezen zijn als kerngebied om een groep soorten of habitattypen, opgenomen in de Vogel- en Habitatrichtlijn, te beschermen. De Europese Commissie had en heeft bij de totstandkoming van deze gebieden geen bevoegdheden om in te grijpen in de verschillende procedures die lidstaten volgen. Nederland heeft zelfstandig, lees: soeverein, bepaalde gebieden tot Europees belang gekenmerkt. De landen moeten ervoor zorgen dat de gebieden niet verslechteren door inadequaat natuurbeheer (artikel 6, lid 2 van de Habitatrichtlijn). Tegelijkertijd verbiedt Natura-2000 mensen niet om hun (economische) activiteiten te weren van de desbetreffende gebieden: mensen mogen integraal deel uitmaken van de gebieden (Bron: Europese Commissie). Nederland krijgt dus op allerlei manieren de ruimte om door middel van eigen beleid, deze natuur te beschermen. De Vogel- en Habitatrichtlijn zijn immers richtlijnen en geen verordeningen. Voor Nederland dus zaak om niet eindeloos na te denken óf, maar hóé de gebieden te beschermen. Frans Timmermans heeft in zijn vorige rol als Eurocommissaris nog aan Caroline van der Plas (BBB) in Den Haag uitgelegd waar de regelruimte zit. Gedwongen uitkoop van boeren als geschikte methode om uit de crisis te komen is maar één van de mogelijkheden en mag bekritiseerd worden door middel van betere alternatieven. Geen dwingende maatregelen, alle opties zijn open, aldus Brussel.

Blaffende honden zouden moeten bijten

Toch zit de Commissie hierdoor noodgedwongen in een spagaat. Aan de ene kant is er dialoog en welwillendheid vanuit de Commissie om lidstaten als Nederland te helpen, maar aan de andere kant mag Brussel natuurlijk niet accepteren dat individuele lidstaten met de pet gooien naar natuurbehoud. Dit zou ook de autoriteit en de slagkracht van de Commissie als opzichter laten afnemen. Het paradoxale is dat rechtse partijen Brussel vaak afdoen als té streng of te bureaucratisch; als het Brussel ergens aan blijkt te ontbreken, is het juist strenge handhaving van de natuur- en milieuregels. 

Voor de situatie in Nederland geldt: de staat van de natuur gaat met grote passen achteruit, terwijl de Commissie er al lopend achteraan moet gaan. Echter, tijdens gebeurtenissen als de financiële crisis stond Nederland vooraan bij de Commissie om lidstaten als Griekenland, Portugal of Italië op het matje te roepen vanwege het ontbreken van een goed financieel beleid en koerste Nederland aan op hard beleid. Zolang het ‘not in my backyard’ is, vindt ons landje het wel prima. Zonder waakhond verliest Europa echter haar morele kompas, zeker wanneer we andere landen wereldwijd terechtwijzen, niet alleen op het gebied van duurzaamheid of klimaat, maar ook op het terrein van mensenrechten, democratie of veiligheid.