Column 'Afscheid van tolerantie' (Christelijk Weekblad)

vrijdag 01 juli 2011 22:49

Dat Nederland seculariseert is bekend. Alleen ontwikkelt zich niet alleen een afkeer van de kerk als instituut, maar ontstaat meer en meer een maatschappelijke aversie tegen geloof in het algemeen. Afgelopen week zijn meerdere aanvallen gedaan op de godsdienstvrijheid: de mogelijkheid tot het ritueel slachten werd stevig ingeperkt, de vrijheid van bijzonder onderwijs stond ter sprake en de weigerambtenaar is zijn baan niet meer zeker. Centraal staat dat de overheid neutraal moet zijn en godsdienst geen rol meer mag spelen in het publieke domein.

Het debat over het ritueel slachten deed nog het meeste stof oplaaien. De Partij voor de Dieren is al enkele jaren bezig met een initiatiefwet om dit onverdoofd slachten te verbieden. Vanuit hun partijprogramma geredeneerd is het niet zo gek dat de PvdD zich hier zorgen over maakt. En omdat het verkiezingsprogramma praktisch alleen maar spreekt over natuur- of het dierenwelzijn, is het ook niet zo gek dat de PvdD geen rekening houdt met het godsdienstig belijden van joden en moslims, die er vanuit Bijbel en koran principiële bezwaren tegen hebben een dier eerst te verdoven.

Wat wel gek is, is dat een overgrote Kamermeerderheid achter het voorstel van de PvdD staat: SP, PvdA, GroenLinks, D66 en zelfs de PVV en de VVD. Aanvankelijk hadden deze partijen geen oog voor de rol van religie in dit vraagstuk. Pas nadat moslims en joden binnen die partijen hun tegenstem verhieven, kregen PvdA 6en D66 twijfels. Helaas zonder succes. Het eindoordeel bleef dat ritueel slachten in deze tijd toch echt niet meer kon. Er werd geen rekening gehouden met de vrijheid van godsdienst, maar wel met de pijn en stress die dieren ervaren tijdens het slachten. (Overigens vindt de rituele slacht vaak er zorgvuldig plaats en is maar de vraag of dit slechter is dan de gewone slacht, maar dat terzijde.)

Nu pleit ik er zeker voor zoveel als kan dierenwelzijn te bevorderen, maar het is mijn ogen wel erg triest gesteld met onze samenleving als we de rechten van dieren op gelijke hoogte stellen als die van mensen. Waar abortus (verantwoordelijk voor ruim 33.000 doden per jaar) in het politieke speelveld een taboe is en wordt gezien als een ‘onomkeerbaar verworven recht voor iedere vrouw’ (aldus de Nederlandstalige Vrouwenraad), daar wordt een dier bijna als mens behandeld. Te absurd voor woorden.

Dan de vrijheid van onderwijs. D66-Kamerlid Boris van der Ham heeft er inmiddels zijn stokpaardje van gemaakt de christelijke wereld aan te pakken. In een interview met Kustaw Bessems in dagblad De Pers zegt hij dat hij de ‘misstanden’ in het onderwijs wil aanpakken: criminele gebeurtenissen op bijzondere scholen hoeven niet gemeld te worden en jaarverslagen hoeven niet openbaar te worden. En ze kunnen docenten weigeren op basis van een grondslag. Van der Ham maakt hierbij twee grote fouten: over de misstanden in het openbaar onderwijs spreekt hij met geen woord, en sinds wanneer is de vrijheid om mensen op een grondslag aan te nemen een ‘misstand’ dat gelijk staat aan crimineel gedrag?

Echte misstanden moeten aangepakt worden, maar de vrijheid van onderwijs is een grondwettelijk recht, en zeker geen misstand. Het wordt eng als hij spreekt over het politiek bedrijven ‘in een arial lettertype’, alsof hij het neutrale standpunt van Nederland vertegenwoordigd. Een typisch neoliberale fout. De overheid kan nooit neutraal zijn omdat het een afspiegeling is van de diversiteit aan meningen die in het land leeft. Hooguit kan de overheid een onpartijdige en rechtvaardige waker over het land zijn.

Deze voorbeelden zijn slechts illustratief voor een intolerante beweging die ontstaat in onze samenleving. Met een beroep op de ‘neutraliteit’ van de overheid en de scheiding tussen kerk en staat beroepen partijen van links en rechts zich erop dat godsdienst vooral geen rol mag spelen in het publieke domein. Zich niet realiserend dat ieder vanuit zijn eigen visie naar de overheid kijkt en daarmee neutraliteit een illusie is. En zich ook niet realiserend dat een scheiding tussen kerk en staat betekent dat de overheid niets over het instituut kerk heeft te zeggen, en juist alle ruimte laat aan christenen vanuit hun religieuze visie te bouwen aan Nederland. En dat die visie nodig is in onze samenleving blijkt elke dag weer. Er is nog een hoop werk te doen.

Deze column is geschreven door Robert Heij (voorzitter PerspectieF) en verscheen op 1 juli 2011 in het Christelijk Weekblad.

« Terug

Reacties op 'Column 'Afscheid van tolerantie' (Christelijk Weekblad)'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2011

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari