door GERALD MEIJER

19 APRIL 2005 - URK - De jongerenafdeling van de ChristenUnie op Urk wil dat er een ‘diepteanalyse’ wordt uitgevoerd naar het drugsgebruik in het dorp. Die moet duidelijk maken waarom en hoeveel Urker jongeren drugs gebruiken.

Inmiddels is het meer dan twee jaar geleden dat de Urker cocaïnezaak aan het rollen werd gebracht. Arrestaties op paaszondag in het Wilhelminapark - het hart van Urk - vormden achteraf het topje van de ijsberg. Inmiddels is er niet veel meer bekend. Alleen dát jongeren drugs gebruiken. Maar niet hoeveel het er zijn en waarom ze naar de drugs grepen.

De ChristenUnie-jongeren willen daarom dat de gemeente Urk hulpverleningsinstantie Waypoint een onderzoek laat uitvoeren. Universiteitsstudenten ‘die bijvoorbeeld op dit onderwerp willen afstuderen’ zouden daarbij kunnen assisteren.

Cultuur

Volgens Ben Visser van de ChristenUnie is zo’n analyse een stap in de juiste richting. ‘Het kan boven water halen wat mensen beweegt om drugs te gebruiken. En welke rol de cultuur van Urk daarin speelt.’ Extreem gedrag lijkt de Urker samenleving parten te spelen. Uit de cijfers van de politie blijkt bijvoorbeeld dat Urkers niet vaker dan mensen elders dronken achter het stuur stappen. Maar wel erg Urks: de promillages liegen er dan meteen weer niet om. ‘Ze zeggen dat we een alles-of-niets-mentaliteit hebben’, zegt Visser.

Sinds de Urker drugsaffaire via regionale en landelijke media in de publiciteit kwam, is het met de actiebereidheid van de gemeente Urk niet erg opgeschoten. De lokale overheid moet in actie komen, vindt Visser. Want zelfs na twee jaar is er geen zicht op reële aantallen gebruikers en dealers. ‘Eigenlijk weet niemand het. En niemand weet of het erger is geworden, of dat het beter is geworden. We tasten in het duister.’

Visser gaat zelf wekelijks uit, ‘gezellig een pilsje drinken met je vrienden’. Maar gebruikers en dealers ziet hij niet. Maar hij weet: het is er wel. ‘Het gebeurt stiekem, in huizen, in het bos.’ En volgens de verhalen ook in de wat ruigere horecagelegenheden op Urk. En dat weet hij omdat af en toe de excessen, de extremen, het topje van de ijsberg boven water komen.

‘Laatst heeft iemand zichzelf opgehangen, dat was iemand die bekend was met drugs. En in Tollebeek is zesduizend kilo hasj gevonden. Dat was er opgeslagen door een Urker. We hebben dus georganiseerde misdaad in ons dorp. Dat vinden wij zeer ernstig.’

Bron: De Stentor, 19 april 2005