In het in 1999 overeengekomen Istanbul-akkoord wordt verlangd dat Rusland zijn troepen terugtrekt uit Moldavië en Georgië. De Russische minister van buitenlandse zaken Sergej Lavrov opende echter gelijk de kritiek op de werkzaamheden van de OVSE dit jaar. Hij beschuldigt de OVSE van het meten met twee maten als het gaat om het bestempelen van verkiezingen als wel of niet democratisch. Lavrov stelde dat de OVSE niet daadwerkelijk op veiligheid gericht is en democratische hervormingen in bepaalde landen niet op waarde weet te schatten. Volgens Lavrov zouden er eenduidiger voorwaarden moeten komen voor democratische verkiezingen.

Een illustratie van waar Lavrov op duidt, wordt geboden door de verkiezingen in Kazachstan. De president van Kazachstan, Nazerbajev, wees er triomfantelijk op, dat de presidentsverkiezingen begin december de meest democratische verkiezingen ooit waren in Kazachstan. Dit staat echter in schril contrast met de bevindingen van OVSE-waarnemers. Nazerbajev behaalde meer dan 90 procent van de stemmen. Eén van de oppositiepartijen¹ behaalde minder stemmen dan het aantal handtekeningen dat ze hadden aangeleverd om deel te mogen nemen aan de verkiezingen.

Intussen lijkt Lavrov geslaagd te zijn in zijn afleidingsmanoeuvre ten aanzien van het Istanbul-akkoord. Verder wees de Duitse minister van buitenlandse zaken Steinmeier erop dat het er naar uitziet dat er dit jaar voor de tweede maal geen slotverklaring bereikt kan worden.

 

Bronnen: Kommersant en Neue Zürcher Zeitung van 6.12.2005.

---